Rijbewijs ingevorderd door teveel alcohol
Uw rijbewijs kwijtraken doordat u teveel alcohol heeft gedronken is op zijn zachtst gezegd erg zuur. Wanneer u staande wordt gehouden door de politie kan dit om een aantal redenen zijn. Of er is sprake van een zogeheten alcoholfuik waarin elke bestuurder getest wordt op het gebruik van alcohol, of u heeft weggedrag vertoond dat dermate opvallend is dat agenten besloten hebben u aan de kant te zetten. In beide gevallen moet u blazen en krijgt u de kans zelf aan te geven of u gedronken heeft. Maar waar heeft u recht op? Bij hoeveel promillage bent u uw rijbewijs kwijt en voor hoe lang? Wij helpen u graag op weg zodat u weet waar u aan toe bent!
Promillage en UGL
De politie controleert niet alleen op snelheid, maar ook op gebruik van verdovende middelen. Het testen op alcoholgebruik in het verkeer gaat doormiddel van het blazen in een pijpje, dat aangesloten is op een meter. Die meter geeft uiteindelijk aan hoeveel u gedronken heeft. De uitslag krijgt u in promillage of UGL. Hoe hoog de meter uitslaat is afhankelijk van het aantal glazen dat u heeft gedronken, uw lichaamsgewicht, uw geslacht en in welk tijdsbestek u de alcohol genuttigd heeft. Bij een man klimt het alcoholpercentage per glas omhoog met grofweg 0,2 promille, bij een vrouw is dit ongeveer 0,3.
Alcohol en rijden: hoeveel mag ik op hebben?
Hoeveel alcohol je op mag hebben om nog naar huis te rijden ligt aan het feit of u een ervaren bestuurder bent of juist net uw roze pasje hebt gehaald. Een beginnend bestuurder heeft minder dan vijf jaar zijn of haar rijbewijs. Scooter en brommerrijders moeten langer dan 7 jaar hun rijbewijs bezitten om ervaren genoemd te worden.
Bij hoeveel UGL rijbewijs kwijt is een vraag die regelmatig wordt gesteld. De maximale hoeveelheid alcohol dat gemeten mag worden bij een controle is dan 88 UGL ofwel 0,2 promille. Dat is dus in de regel slechts één glas alcoholische drank. Bij ervaren bestuurders ligt deze grens op 220 UGL, aldus 0,5 promille wat logischerwijs uitkomt op twee glazen alcoholische drank.
Teveel drank op, rijbewijs ingevorderd
Er is vanzelfsprekend een grens waarbij een overtreding overgaat tot erger. Bij een promillage van 0,80 promille of 350 UGL bent u als beginnend bestuurder uw rijbewijs kwijt. Bij een ervaren bestuurder ligt deze grens op 570 UGL of 1.3 promille. De politie neemt de autosleutels en uw rijbewijs in, u mag niet meer verder rijden. Dat zijn omgerekend dus vier alcoholische dranken voor een beginnend bestuurder en meer dan zes drankjes als u een ervaren bestuurder bent. Ook als je weigert medewerking te verlenen aan een controle of onderzoek, kan uw rijbewijs worden ingevorderd.
Rijbewijs kwijt na drugs en andere verdovende middelen
Waar u bij een alcoholcontrole moet blazen om te controleren hoeveel alcohol u heeft genuttigd, gebeurt dit bij een vermoeden van drugsgebruik door middel van een speekseltest en een bloedtest. De politie kan, als zij vermoeden dat u drugs of andere verdovende middelen hebt gebruikt, u meenemen naar het bureau voor een bloedtest.
Vraag meteen om een gespecialiseerde advocaat
In het geval van het rijden onder invloed adviseren wij u met klem om contact met ons op te nemen. In een kort en vrijblijvend telefonisch gesprek kunnen wij u uitleggen wat u te wachten staat en wat er mogelijk is. Wij maken samen met u een plan van aanpak, gestoeld op gegarandeerde juridische expertise. De kosten die daaraan verbonden zijn, zijn bewust transparant. Dat heeft als voordeel dat u gelijk weet waar u aan financieel aan toe bent. U mag erop vertrouwen dat er geen onverwachte kosten in rekening gebracht worden. Benieuwd naar de tarieven? Wij geven graag een overzicht van de kosten.
Neem vandaag nog contact met ons op!
Wanneer u ons een bericht stuurt via het onderstaande contactformulier zullen we u zo spoedig mogelijk contacteren:
Wij zetten graag hieronder de grenswaarden uiteen en de daaraan verbonden consequenties:
SCHEMA RICHTLIJN VOOR STRAFVORDERING ARTIKEL 8, 162 EN 163 WVW 1994
SCHAAL | BLOED/ ALCOHOL GEHALTE | ADEM/ ALCOHOL GEHALTE | FIRST OFFENDER | 1X RECIDIVE* OF GEVAARLIJK RIJGEDRAG FIRST OFFENDER | MEERMALEN RECIDIVE (= DAGVAARDEN*) OF 1X RECIDIVE + GEVAARLIJK RIJGEDRAG |
---|---|---|---|---|---|
Schaal I: | 0,54–0,80 ‰ | 235–350 µg/l | GB € 300 | GB € 450 | Eis GB € 600 + 4 mnd OBM ov |
Schaal II: | 0,81–1,00 ‰ | 355–435 µg/l | GB € 425 | GB € 600 | Eis GB € 850 + 4 mnd OBM ov |
Schaal III: | 1,01–1,15 ‰ | 440–500 µg/l | GB € 550 | € 800 + 2mnd OBM ov | Eis GB € 1.100 + 4 mnd OBM ov |
Schaal IV: | 1,16–1,30 ‰ | 505–570 µg/l | GB € 650 | GB € 950 + 4 mnd OBM ov | Eis GB € 1.300 + 6 mnd OBM ov of; 50 uur TS + 6 mnd OBM ov |
Schaal V: | 1,31–1,50 ‰ | 575–650 µg/l | GB € 650 + 4 mnd OBM ov | GB € 950 + 6 mnd OBM ov (indien mogelijk 2e punt 123b WVW 1994, dan dgv) | Eis GB € 1.300 + 6 mnd OBM ov of; 50 uur TS + 6 mnd OBM ov |
Schaal VI: | 1,51–1,65 ‰ | 655–715 µg/l | GB € 750 + 6 mnd OBM ov | GB € 1.100 + 7 mnd OBM ov | Eis GB € 1.500 + 7 mnd OBM ov of; 60 uur TS + 7 mnd OBM ov |
Schaal VII: | 1,66–1,80 ‰ | 720–785 µg/l | GB € 850 + 7 mnd OBM ov | GB € 1.200 + 8 mnd OBM ov of; 50 uur TS + 8 mnd OBM ov | 60 uur TS + 2 wk GS vw + 8 mnd OBM ov of; 2 wk GS ov + 8 mnd OBM ov |
Schaal VIII: | 1,81–2,00 ‰ | 790–865 µg/l | GB € 950 + 8 mnd OBM ov | GB € 1.400 + 9 mnd OBM ov of; 60 uur TS + 9 mnd OBM ov | 60 uur TS + 2 wk GS vw + 9 mnd OBM ov of; 2wk GS ov + 9 mnd OBM ov |
Schaal IX: | 2,01–2,15 ‰ | 870–945 µg/l | GB € 1.000 + 9 mnd OBM ov | 40 uur TS + 1 wk GS vw + 10 mnd obm ov of; 1 wk GS ov + 10 mnd OBM ov | 80 uur TS + 2 wk GS vw + 10 mnd OBM ov of; 2 wk GS ov + 10 mnd OBM ov |
Schaal X: | 2,16–2,35 ‰ | 950–1.020 µg/l | GB € 1.100 + 10 mnd OBM ov | 40 uur TS + 1 wk GS vw + 12 mnd OBM ov of; 1 wk GS ov + 12 mnd OBM ov | 80 uur TS + 2 wk GS vw + 12 mnd OBM ov of; 2 wk GS ov+ 12 mnd OBM ov |
Schaal XI: | 2,36–2,50 ‰ | 1.025–1.090 µg/l | 60 uur TS + 12 mnd OBM ov | 60 uur TS + 2 wk GS vw + 14 mnd OBM ov of; 2 wk GS ov+ 14 mnd OBM ov | 2 wk GS ov + 14 mnd OBM ov |
Schaal XII: | 2,51–2,75 ‰ | 1.095–1.195 µg/l | 80 uur TS + 14 mnd OBM ov | 80 uur TS + 2 wk GS vw + 16 mnd OBM ov of; 2 wk GS ov + 16 mnd OBM ov | 2 wk GS ov + 16 mnd OBM ov |
Schaal XIII: | 2,76 ‰–2,95 ‰ | 1.200–1.295 µg/l | 100 uur TS + 16 mnd OBM ov | 100 uur TS + 2 wk GS vw + 18 mnd OBM ov of; 3 wk GS ov + 18 mnd OBM ov | 3 wk GS ov + 18 mnd OBM ov |
Schaal XIV: | 3,01‰–3,20 ‰ | 1300-1395 µg/l | 100 uur TS + 18 mnd OBM ov | 100 uur TS + 2 wk GS vw + 20 mnd OBM ov of; 4 wk GS ov + 20 mnd OBM ov | 4 wk GS ov + 20 mnd OBM ov |
Schaal XV: | 3,21‰–3,45‰ | 1400-1495 µg/l | 100 uur TS + 20 mnd OBM ov | 100 uur TS + 2 wk GS vw + 22 mnd OBM ov of; 4 wk GS ov + 22 mnd OBM ov | 4 wk GS ov + 22 mnd OBM ov |
Schaal XVI: | 3,46‰ en hoger | 1.500 µg/l en hoger | 100 uur TS + 22 mnd OBM ov | 100 uur TS + 2 wk GS vw + 24 mnd OBM ov of; 4 wk GS ov + 24 mnd OBM ov | 4 wk GS ov + 24 mnd OBM ov |
Weigering (art. 163 WVW 1994) | GB € 1.000 + 9 mnd OBM ov | 40 uur TS + 1 wk GS vw + 10 mnd OBM ov of; 1 wk GS ov + 10 mnd OBM ov | 80 uur TS + 2 wk GS vw + 10 mnd OBM ov of; 2 wk GS ov + 10 mnd OBM ov |